Kan u een contract verbreken door een fout van de wederpartij?

De wet biedt de mogelijkheid aan elke contractspartij om een overeenkomst te verbreken omwille van een grote fout van de andere partij. Deze mogelijkheid moet in principe via de rechtbank uitgeoefend worden, maar meestal is er daarvoor niet genoeg tijd. Een procedure voor de rechtbank kan immers gemakkelijk één à anderhalf jaar aanslepen, wat uiteraard een grote vertraging, onzekerheid en schade met zich kan meebrengen als het lot van de samenwerking tijdens die periode onduidelijk blijft. De eenzijdige verbreking van de samenwerking gebeurt dan ook vaak buitengerechtelijk, dus zonder de voorafgaande tussenkomst van de rechter. De rechter beschikt wel nadien nog steeds over een toetsingsrecht, waarbij hij kan oordelen of de eenzijdige verbreking wel degelijk gerechtvaardigd was.

Opdat een partij beroep kan doen op deze mogelijkheid moet de wederpartij wel een grote wanprestatie hebben gepleegd. De wederpartij moet m.a.w. een grote fout of nalatigheid hebben begaan, waardoor de verdere samenwerking definitief onmogelijk geworden is.

Om de verbreking van de overeenkomst juist te doen, moet men verschillende voorwaarden naleven. De belangrijkste voorwaarde is dat er voorafgaand aan de verbreking van de samenwerking een formele ingebrekestelling moet worden verstuurd naar de wederpartij. Dit gebeurt best per aangetekende brief. In deze brief moet duidelijk staan wat de partij verkeerd gedaan heeft en moet aan de contractspartij nog een laatste kans geboden worden om de situatie alsnog recht te zetten. Pas nadien kan er verdere actie ondernomen worden.

Disclaimer: deze bijdrage is een algemene bijdrage, die niet automatisch volledig van toepassing is op elke situatie. Concrete omstandigheden of hoedanigheden kunnen een andere aanpak vereisen.