Wat kan u doen als uw aannemer vertraging oploopt bij de werken?

De eerste en meest belangrijke vraag is of er in het aannemingscontract een uitvoeringstermijn voorzien was voor de aannemer. M.a.w.: werd er tussen partijen een bindende termijn afgesproken binnen dewelke de werken klaar moesten zijn? Als dit het geval is, dan hebben partijen een objectieve parameter om op terug te vallen. Als dit niet het geval is, dan moet de aannemer de werken uitvoeren binnen een “redelijke termijn”. Om de “redelijke termijn” te bepalen, zal men situatie per situatie moeten beoordelen, rekening houdend met alle relevante omstandigheden.

Als de aannemer de afgesproken of redelijke termijn overschrijdt, dan is de eerste stap voor de opdrachtgever in elk geval om de aannemer via een aangetekende brief in gebreke te stellen. De opdrachtgever legt dan uit waarom de termijn overschreden is en welke gevolgen dit heeft. De aannemer krijgt op deze manier nog een laatste kans om de werken alsnog zo snel mogelijk te voltooien.

Het versturen van zo’n aangetekende brief is essentieel voor de opbouw van het dossier. De datum ervan zal determinerend zijn voor het vorderen van eventuele vertragingsboetes, schadevergoedingen of verwijlinteresten en de inhoud van de brief zelf zal essentieel zijn om juridisch een juiste beoordeling van de situatie te kunnen maken als de zaak later toch aan een rechter zou worden voorgelegd.

Als de aannemer geen of onvoldoende gevolg geeft aan deze aangetekende brief, dan kan u als bouwheer de samenwerking verbreken. U kan daarvoor ofwel via de rechtbank gaan, maar u kan dat onder bepaalde (strenge!) voorwaarden ook buiten de rechtbank doen. Deze laatste piste houdt bepaalde risico's in, die u zeker vooraf met een advocaat moet bespreken.

Disclaimer: deze bijdrage is een algemene bijdrage, die niet automatisch volledig van toepassing is op elke situatie. Concrete omstandigheden of hoedanigheden kunnen een andere aanpak vereisen.